De retourstroom van Albert Heijn

Freke van Nimwegen Mede-oprichter
30 mei 2017

Kratten vol onverkocht eten worden op een lopende band gegooid. Gedoemd om de container in te gaan richting Orgaworld, om daar tot biogas verwerkt te worden. Dit was het beeld dat Nederland te zien kreeg afgelopen zondag in de tweede aflevering van De Monitor over voedselverspilling. “Eindelijk!” dachten wij hier bij Instock. Dit beeld – de reden waarom we Instock zijn begonnen – wordt aan het publiek getoond. Albert Heijn durft als eerste supermarktketen te laten zien wat er gebeurt met onverkocht voedsel. En daar begint het mee: transparantie en erkennen dat er een probleem is.

Teun pakt een zakje paprika’s en vraagt aan Liliane van Albert Heijn: “Waarom worden deze niet gered? Waarom kan dit niet als soep verwerkt worden?” Lilliane vertelt: “Het gaat om grote volumes. Hoe ga je het verwerken, zakjes moeten worden uitgepakt en gesneden, wat zijn daar de kosten van, is het allemaal voedselveilig, wie zijn je afnemers. Het is complex hoe je dit op een goede manier met zulke volumes kan aanpakken.”

Bij Instock werken we nu bijna 3 jaar met (onder andere) deze retourstroom aan onverkocht eten. We zijn inmiddels expert op het gebied van food surplus en kunnen helaas beamen wat Liliane zegt: het is niet makkelijk. Maar… ook zeker niet onmogelijk! Iedereen die in één van onze Instock restaurants een ontbijt, lunch of viergangendiner heeft gegeten, kan dat bevestigen. “Leuk, maar zet dit nou zoden aan de dijk?” horen wij je denken. Uiteindelijk wel. Onze ambitie houdt namelijk niet op bij drie restaurants en het maken van lekkere producten met gered eten. We zijn dagelijks bezig om samen met Albert Heijn een nieuw proces in te richten waardoor in de toekomst ALLE paprika’s van de grootgrutter gered kunnen worden (én de rest van alle groente, fruit en aardappelen). En dit alles volgens de filosofie van de circulaire economie. Onverkocht eten, bestempeld als ‘waardeloos’, wordt uitgesorteerd. Alles wat nog van goede kwaliteit en 100% voedselveilig is houden we apart – zo’n procesverandering is overigens een hele klus bij een bedrijf met 100.000 medewerkers. Vervolgens zoeken óf creëren we hier bij Instock een afzetmarkt voor.

Daar komt veel creatief denkwerk bij kijken: hoe verander je de perceptie van Nederlanders dat onverkocht eten écht iets heel anders is dan ‘afval’? Wat is voedselveilig volgens de Europese voedselwarenwet? Hoe kunnen we het gebruik van deze producten mainstream maken? Hoe gaan we de logistiek zo efficiënt mogelijk regelen? Hoe gaan we met het wisselende aanbod om? Wie zijn de horeca pioniers die deze producten van ons willen afnemen, zodat de Instock restaurants niet meer het enige afzetkanaal is? Genoeg uitdagingen, die we graag aan gaan.

Dat zelfs de directie van Albert Heijn weet wat de Ladder van Moerman* is, is geen toeval. Bart, Selma en ik hebben hen in de afgelopen jaren diverse presentaties gegeven over het tegengaan van voedselverspilling en de kansen die wij zien om onverkochte producten een goede bestemming te geven. Van een overschot aan vlees bij de producent tot de zakjes paprika uit de supermarkt. En als die retourstromen zijn ‘opgelost’, dan gaan we door naar de volgende. Net zolang totdat we onszelf overbodig hebben gemaakt…

 

Afbeelding: Ladder van Moerman

PS. De redactie van de Monitor vond Instock niet noemenswaardig in hun aflevering. Zo jammer! Natuurlijk zijn we allang blij dat het onderwerp zo goed belicht wordt. Maar wat ons betreft komt er een derde aflevering met hoe het wél kan. Dus, Teun van de Keuken, wanneer kom je eten redden bij Instock?